Hypo's en hypers

Als je bloedsuikerspiegel onder de 4 mmol/l komt, heb je een hypo. Bij een hypo ontstaan verschillende directe klachten door het gebrek aan glucose in de cellen. Effecten kunnen variëren van milde prikkelbaarheid tot ernstigere verschijnselen zoals aanvallen van trillen, zweten, hartkloppingen, geeuwen en humeurwisselingen. Wordt de suikerwaarde echt te laag, dan valt iemand flauw, wat zou kunnen leiden tot permanente hersenschade of de dood. Want ook de hersencellen hebben dan een tekort aan glucose en ‘vallen uit’. Het is bij een hypo daarom nodig om direct wat zoets te eten of te drinken.
Als er te veel suiker in het bloed zit, kunnen te hoge bloedsuikers ontstaan. Dat heet hyperglykemie of kortweg 'hyper’ waarbij bloedsuikerspiegels van zo’n 10 mmol/l of hoger bereikt worden. Een hyper geeft verschillende directe klachten, zoals moeheid, humeurigheid, dorst, honger hebben, veel plassen, uitdrogingsverschijnselen, jeuk en op de iets langere termijn gewichtsverlies.